Bron: J. BRAAM - OUD-LEERARES AAN DE KOLONIALE SCHOOL VOOR VROUWEN EN MEISJES TE 'S-GRAVENHAGE
De Indische tafel - 1938
Oorspronkelijke spelling is gehandhaaft!
Rijstgerechten
Rijst koken
Rijst koken (in de rijststoomer)
Rijst koken (au bain marie)
Rijst koken (in een kookkist)
Ketan
Lemper
Lontong
Lontong (In Holland.)
Nasi goerie (geurige rijst)
Nasi goreng
Nasi keboelie
Nasi oelam
Dranken
Advocaat
Assem-stroop (tamarinde-limonade)
IJs kopjor
Orgeade-stroop
Rozen-stroop
Sherry gobler
Stroop soesoe (melk-limonade)
Tjao
Tjendol
Wedang djahé (gemberdrank Zuurzak in glaasjes
Sambal
Sambal goreng hati (lever)
Sambal goreng telor (eieren)
Sambal goreng boontjes
Sambal goreng daging (vleesch).
Sambal goreng oedang basa (versche garnalen).
Sambal goreng ikan (visch).
Sambal goreng tomaté.
Sambal goreng ebbi (gedroogde garnalen).
Sambal goreng ikan terie.
Sambal goreng tempeh.
Sambal godok.
Sambal saté.
Sambal deng-deng.
Sambal taotjo.
Sambal ikan merah (roode vischjes).
Sambal lobak (ramenas).
Sambal komkommer, of lalap.
Seroendeng.
Poja.
Babi merah.
Boemboe roedjak (van vleesch).
Boemboe tjiet.
Sambal oelek.
Sambal badjak.
Sambal manis.
Sambal peteh.
Sambal petis
Atjar
Atjar bawang (uitjeszuur).
Atjar kirai (augurkjeszuur).
Atjar ketimoen (komkommerzuur).
Atjar biet.
Atjar taugé.
Atjar temoe koentji.
Atjar tjampoera-doek.
Zoetzuur van mangga of komkommer (atjar manis).
Zoetzuur van ananas.
Zoetzuur van blimbing.
SESATÉ
Saté koening.
Saté koewah.
Saté toesoek van kip of kalfsvleesch.
Saté pentool.
Saté kambing (geit).
BIJGERECHTEN.
Kroepoek.
Pisang goreng (gebakken bananen).
Katjang goreng (gebakken pinda's).
Frikadel (gehakt).
Frikadel djagoeng (maïsgehakt),
Frikadel oedang (garnalengehakt).
Dadar isi (gevulde omelet).
Dadar djawa (javaansche omelet).
Kaber keberto.
Telor assin.
Rempah van vleesch.
Rempah kelapa.
Empal.
Abon.
Deng-deng.
Deng-deng ragi.
Gado-gado.
Roedjak manis.
Trantjam, of Petjil.
Groentengerecht bij de rijst.
Gevulde kepiting.
Bebotok.
Brengkesan (van visch).
Oerap.
Rendang (Padangsch gerecht).
Pastei galingi.
TOESPIJZEN EN GEBAK.
Terong-belanda-pudding.
Vanille-saus.
Zuurzak-pudding.
Tweede-luitenantspudding.
Klapper-pudding.
Terong-belanda-saus (vevangt bessensap).
Chocoladeflensjes.
Poffertjes.
Drie in de pan.
Ananas-prol.
Klapper-taart.
Ananas-taartjes.
Honingkoek.
Spekkoek.
Rijst koken
Het koken van de rijst is het belangrijkste van de rijsttafelbereiding. Goed gekookte rijst met middelmatig bereide toespijzen, zal beter smaken dan slecht gekookte rijst met de meest smakelijke toespijzen. Voor de beginnelinge zal het juiste kruiden van de gerechten in het begin wat moeilijk zijn; maar ieder kan met wat zorg, goed bereide rijst op tafel brengen, mits het onderstaande wordt betracht.
- A. Een goede kwaliteit rijst koopen, liefst Javarijst.
- B. De rijst zeer goed wasschen, d.w.z. in een kom met veel water de rijst met de hand goed wrijven en het water ververschen totdat het laatste waschwater nagenoeg helder is.
- C. De juiste hoeveelheid water aan de rijst toevoegen. Gemiddeld wordt hiervoor gerekend 1½ maal zooveel water als rijst, degenen die de rijst zéér droog wenschen, kunnen gelijke hoeveelheid water als rijst nemen, zij die de rijst wat zachter wenschen, twéémaal zooveel water als rijst.Overigens hangt het van de rijstsoort af, of wat meer water bij de rijst geschonken kan worden om toch gare rijst met los van elkaar zijnde korrels te krijgen.
- D. De rijst zoolang koken tot de korrel door en door gaar is en de rijst niet meer melig smaakt.
- E. Als de rijst gaar is, de massa met een houten lepel eenigszins uit elkaar halen en zonder deksel wat laten uitdampen.
- F. De rijst in een open schaal opdoen of in een z.g. rijstschotel (dit is een aardewerk schaal, van buiten bruin en van binnen blauw gebloemd).
Per persoon wordt 150 a 200 gram rijst gerekend.
Rijst voor rijsttafel kan zonder zout gekookt worden.
Rijst koken (in de rijststoomer)
Ingrediënten:
- 800 gr. rijst
- (½ eetlepel zout).
- 1½ L. water.
Bereiding:
- De rijst eenige malen goed wasschen, opzetten met kokend water (en zout) in de onderste pan van de rijststoomer en zachtjes laten koken tot het water erin getrokken is;
- overdoen in de geperforeerde pan, de onderste pan gedeeltelijk met water vullen en de rijst gaar stoomen.
Rijst koken (au bain marie)
Ingrediënten:
- 800 gr. rijst
- (½ eetlepel zout).
- 1½ L. water.
Bereiding:
- De rijst eenige malen goed wasschen, overdoen in een kom), water (en zout) toevoegen en de kom in een pan met kokend water plaatsen zoodat dit ongeveer 3 cm onder de rand van de kom staat.
- Zoowel de kom als de pan met een deksel sluiten en het geheel zachtjes laten koken totdat de rijst droog en gaar is.
- Opletten dat het water niet over de rand van de kom kookt en dat er steeds genoeg water in de pan blijft.
Rijst koken (in een kookkist)
Ingrediënten:
- 800 gr. rijst.
- (½ eetlepel zout).
- 1½ L. water.
Bereiding:
- De rijst eenige malen goed wasschen, opzetten met het water (en zout) in een niet te groote pan en zachtjes laten koken totdat het water in de rijst getrokken is.
- Vlug de pan in een kookkist plaatsen en erin laten staan tot de rijst gaar is (± uur).
Nasi goreng
Ingrediënten:
- 900 gr. gekookte rijst = 400 gr.ongekookt
- 2 theelepels ketoembar
- 1 theelepel djienten
- 6 middelgroote sjalotjes
- 100 gr. vleesch of vleeschresten
- 2 knoflookpartjes
- 1½ spaansche peper.
- (100 gr. garnalen)
- (100 gr ham)
- 2 theelepels zout
- 2 eieren
- 4 eetlepels olie
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper met zout, de helft van de gesneden sjalotjes, knoflook, ketoembar en djienten heel fijn wrijven.
- De rest van de gesneden sjalotjes goud-bruin bakken in de olie, daarna eruit nemen en in dezelfde olie het kruidenmengsel opbraden zonder bruin worden.
- Het gesneden vleesch toevoegen en gaar laten worden, daarna de rijst en alles goed mengen.
- De eieren loskloppen met wat zout en in olie of boter een omelet ervan bakken, deze in dunne reepjes snijden.
- (De gesneden ham in wat boter opbraden zonder bruin worden.)
- De rijst desgewenscht vermengen met de garnalen, overdoen in een rijstschotel, garneeren met gesneden ham en gefruite uitjes en kruiselings over elkaar gelegde reepjes omelet.
Lontong
Ingrediënten:
- 600 gr. rijst
- reepen pisangblad van ongeveer 5 cm. breed
- 8 bietings (kleine bamboepennetjes).
- 10 gr. zout per L. water.
Bereiding:
- Van de reepen pisangblad peperhuisjes vormen, deze ruim halfvol met de gewasschen rijst vullen, dichtvouwen, met een bieting sluiten, en in ruim kokend water met zout gaar koken (ongeveer 45 min.).
- Uit het water nemen en koud geworden op een vleeschschaal opdoen.
- Dezelfde gerechten erbij geven als bij de ketoepat.
Lontong. (In Holland.)
Ingrediënten:
- 600 gr. rijst.
- 1½ . water
- ½ eetlepel zout
Bereiding:
- Het water aan de kook brengen, de gewasschen rijst met het zout toevoegen en zachtjes gaar laten koken.
- Op een asbestplaatje tegen het aanbranden, vooral niet roeren.)
- De rijst op een platte schaal uitspreiden, goed aanstampen tot een vaste koek van 3 a 4 cm. dik, koud laten worden en in stukken gesneden opdienen.
- Dezelfde gerechten erbij geven als bij de ketoepat.
Nasi goerie (geurige rijst)
Ingrediënten:
- 750 gr. rijst of 650 gr. rijst en 100 gr. Ketan
- ¾ L santen
- ½ eetlepel zout
- voor garneering:
- ½ komkommer
- 4 eieren.
- 3 middelgroote sjalotjes
- 4 stukjes tempeh
- 50 gr. ikan terie (kleine gedroogde vischjes)
- 40 gr. boter of olie
Bereiding:
- De rijst goed wasschen en 15 min. stoomen (in de geperforeerde pan van de rijststoomer; eerst met een ½ L. kokend water uit de onderste pan begieten).
- De santen met het zout onder goed roeren aan de kook brengen en de gestoomde rijst hierin weeken, van het vuur af, totdat al de santen erin getrokken is; daarna de rijst verder gaar stoomen in de rijststoomer.
- Het gerecht opdienen, gegarneerd met schijfjes komkommer, partjes hard gekookt ei, gefruite sjalotjes en in de boter gebakken reepjes tempeh1) en gebakken ikan terie. (Desgewenscht ook kroepoek kerbo.)
Ketan
Ingrediënten:
- 600 gr. witte ketan
- 2 theelepels zout
- 6 dL. water
Bereiding:
- De ketan wasschen en koken als nasi goerie.
- Ketan wordt gegeven in plaats van gekookte rijst met droge sambal (seroendeng, sambal goreng oedang kering enz.).
Nasi keboelie
Ingrediënten:
- 1 vette kip
- 1 L. water
- ½ eetlepel zout
- 750 gr. rijst
- 2 stukjes foelie
- 2 theelepels nootmuskaat
- ½ theelepel kaneel
- 50 gr. boter
- 3 fijngesneden sjalotjes
Kruiden voor de kip:
- 2 theelepels gemberwortel
- 2 sereh-blaadjes
- 2 theelepels laos
- ½ eetlepel ketoembar
- ¼eetlepel djienten
- 1 theelepel peper
- 3 djeroek-poeroet-blaren
- 3 sjalotjes
- 2 knoflookpartjes
Bereiding:
- De schoon gemaakte en goed uit gewasschen kip 30 min. koken in het water met zout en de kruiden van de kip.
- De rijst wasschen en 15 min. stoomen, zooals voor nasi goerie, daarna goed mengen met de overige ruiden, overgieten met het gezeefde kooknat van de kip en als het nat in de rijst is getrokken deze verder gaar stoomen.
- De gekookte kip in stukken gesneden gaar en bruin braden in de boter.
- De rijst bij het opdoen garneeren met de gebraden stukken kip en gefruite uitjes en dienen met de volgende gerechten:
saté kambing, sambal goreng kering, van ikan, rempah, lalap ketimoen.
Nasi oelam
Ingrediënten:
- 750 gr. rijst
- ¾ L. water of santen
- ½ eetlepel zout
- 1 pandan-blad
- 3 djeroek-poeroet-blaren
- 25 gr. katjang kedelé, katjang [beras of pinda's
- 50 gr. ikan kering (gedroogde [visch) of 50 gr. Gedroogde [garnalen
- 50 gr. deng-deng
- ½ komkommer
- 1 terong (aubergine)
- 100 gr. boontjes
- omelet van 2 eieren
- 1 eetlepel kemangie of selderie [blaadjes
- 25 gr. ikan terie
Bereiding:
- Als nasi goerie, de blaren aan de santen toevoegen voordat de rijst hierin geweekt wordt.
- De gare rijst hierna vermengen met de gebakken katjang, gebakken ikan kering (of gebakken gedroogde garnalen) en gesneden en gebakken deng-deng.
- Het gerecht garneeren met schijfjes komkommer, schijfjes gebakken aubergine, gesneden gekookte boontjes, reepjes omelet, gebakken ikan terie en kemangie of selderie-blaadjes.
Lemper
Ingrediënten:
- 400 gr. ketan
- 4 dL. santen
- 2 theelepels zout
- Vulsel:
- 2 spaansche pepers
- 2 theelepels zout
- 4 middelgroote sjalotjes
- 2 knoflookpartjes
- 1 theelepel laos
- 4 kemiries
- 1 mespunt kentjoor
- ½ eetlepel geraspte cocosnoot
- 250 gr. rund- of kalfsvleesch of 200 gr. garnalen.
- 1 eetlepel assem-water.
- 2 theelepels goela djawa.
- 2 djeroek-poeroet-blaren.
- 2 salam-blaren.
- 2 sereh-blaren.
- 3 eetlepels olie.
- ½ dL. santen of melk
Bereiding:
- De ketan goed wasschen en met santen en zout gaar koken (zie nasi goerie).
- De fijngesneden spaansche peper met zout, gesneden sjalotjes en knoflook, laos, kemiries, kentjoor en geraspte cocosnoot fijnwrijven en opbraden in de warme olie.
- Gemalen vleesch of garnalen en de overige bestanddeelen toevoegen en onder af en toe roeren zachtjes gaar en droog koken.
- De gekookte ketan in 8 a 10 stukken verdeelen, hierin een gedeelte van het vleeschmengsel vouwen en in pisangblad dat met een pennetje wordt dichtgemaakt, in de rijststoomer, ongeveer 15 min. stoomen.
- Of de gevulde ketan in kleine vuurvaste schoteltjes in de oven (niet te warm) 15 min. verwarmen.
- Dit gerecht als voorschotel of als maal koud opdienen, het is ook zeer geschikt voor picknicks.
Assem-stroop (tamarinde-limonade)
Ingrediënten:
- 500 gr. Assem
- 1 L. water
- 2 KG. suiker
Bereiding:
- De assem pellen en met het water opkoken.
- De zuiker toevoegen en alles samen één dag laten staan, daarna zeven en in met sodawater goed gewasschen en met schoon water omgespoelde flesschen schenken.
Rozen-stroop
Ingrediënten:
- 1½ KG. suiker
- 1 L. water
- ongeveer 10 druppels rozenolie
- karmijn
Bereiding:
- Het water koken, de suiker toevoegen, de massa af laten koelen en rozenolie en karmijn toevoegen, zoodat de stroop geurig is en mooi rose van kleur ziet.
- De stroop overdoen in goed schoone flesschen (zie assem-stroop).
Stroop soesoe (melk-limonade)
Ingrediënten:
- 1 blikje gecondenseerde melk (met suiker)
- 1 KG. Suiker
- 2 stokjes vanille
- 1 L. water
- karmijn
Bereiding:
- De blikken melk met water, suiker en vanille aan de kook brengen en in een goed gesloten pan 2 uur zachtjes laten koken.
- De vanillestokjes eruit nemen, de massa met karmijn bijkleuren tot een mooie rose kleur en, koud geworden, overdoen in goed schoone flesschen (zie assem-stroop).
Orgeade-stroop
Ingrediënten:
- 250 gr. Amandelen
- ¾ L. water
- 1 KG. Suiker
- ½ dL. Oranjebloesemwater
Bereiding:
- De amandelen even opkoken, pellen en fijn malen in een amandel- of vleeschmolen.
- De suiker oplossen in het water, de gemalen amandelen toevoegen en alles samen 30 min. zachtjes laten koken.
- Zeven door een doek, de massa die achterblijft goed uitknijpen, desgewenscht oranjebloesemwater toevoegen en, koud geworden, overdoen in goed schoone flesschen (zie assem-stroop).
Tjao
Ingrediënten:
- Rozenstroop
- Per L. water 1 stang agar-agar
- selasie-pitjes
Bereiding:
- De agar - agar wasschen, in wat water zacht maken, uit elkaar pluizen en in het water koken totdat er geen stukjes meer zichtbaar zijn.
- Deze massa koud laten worden en in stukjes snijden.
- De selasie-pitjes in wat water uit laten zetten.
- In limonadeglazen wat rozenstroop schenken, 1 eetlepel gesneden agar-agar toevoegen, een ½ eetlepel selasiepitjes en het glas verder vullen met water.
Tjendol
Ingrediënten:
- 200 gr. Arrowroot
- santen van één cocosnoot
- 2 L. water
- 200 gr. goela djawa.
- 5 gr. zout.
Bereiding:
- Het water aan de kook brengen, arrowroot dun aanmengen met koud water, bij het kokende water gieten en alles samen even laten doorkoken.
- Een tjendol-zeef (zeer grove zeef) boven een pan met koud water plaatsen, de arrowroot-pap op de zeef schenken en er doorheen wrijven. Het arrow-root vormt in het koude water doorschijnende korrels, deze met een schuimspaan eruit nemen.
- De santen vermengen met zout, en de in weinig water gesmolten en gezeefde goela djawa.
- Glaasjes of kopjes vullen met dit mengsel en in ieder glas of kopje één eetlepel arrowroot-korrels scheppen.
- Lauwwarm opdienen.
Wedang djahé (gemberdrank)
Ingrediënten:
- 1 L. water
- 3 sereh-blaadjes
- 100 gr. goela djawa
- 1 a 2 eetlepels gesneden gemberwortel.
Bereiding:
- Het water met de goeladjawa , sereh en djahé langzaam aan de kook brengen en 1 uur laten trekken.
- De massa zeven en warm of koud opdienen.
Sherry gobler
Ingrediënten:
- 2 dL. Sherry
- 1 dL. vanillestroop (citroensap)
- 1 dL. curacao
Bereiding:
- Alles goedmengen.
- De glazen vullen met geraspt of gestampt ijs, de hoeveelheid van een portglas erover schenken en wat citroensap.
Advocaat
- Een rijpe advocaatvrucht doorsnijden en uitlepelen.
- Het uitgelepelde vermengen met sterke koffie of likeur en op smaak afmaken met suiker.
IJs kopjor
Ingrediënten:
- 1 jonge cocosnoot
- 1 dL. water
- i| dL. rozenstroop of vanillestroop
Bereiding:
- De cocosnoot uit lepelen en het uitgelepelde vermengen met de stroop en het water.
- Deze massa overdoen in een ijsbus.
- Om de ijsbus een mengsel van gehakte stukjes ijs en zout plaatsen en draaien totdat de massa wel koud, maar niet te stijf is.
- Opdoen in kleine tumblers of ijsglaasjes.
Zuurzak in glaasjes
Ingrediënten:
- 1 zuurzak,
- (i dL. roode wijn).
- 150 gr. suiker
Bereiding:
- De zuurzak door snijden, uitlepelen en zeven, vermengen met suiker (en roode wijn).
- Zoo noodig verdunnen met water en zoo koud mogelijk in tumblers dienen.
SAMBAL.
Sambal goreng hati (lever).
Ingrediënten:
- 1 spaansche peper.
- 1 eetlepel assem-water.
- 2 theelepels zout.
- 2 theelepels goela djawa.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 3 eetlepels olie.
- 2 knoflookpartjes.
- 2 dL. santen.
- 1 theelepel laos.
Bereiding:
- De kippen maagjes door snijden, leegmaken, goed schoon wasschen en 10 min. koken.
- De gesneden spaansche peper fijnwrijven met zout, laos, gesneden sjalotjes en knoflook, en even opbraden in de warme olie.
- Assem-water, goela djawa, santen en gesneden lever, hart en maag of gesneden kalfslever toevoegen en alles samen onder goed roeren zachtjes gaar laten koken (± 15 min.).
Sambal goreng telor (eieren).
Ingrediënten:
- 4 eieren.
- 1 theelepel laos.
- 5 spaansche peper.
- 3 salam-blaren.
- 2 theelepels zout.
- 1 eetlepel assem-water.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 1 theelepel goela djawa.
- 2 knoflookpartjes.
- 3 eetlepels olie.
- 4 kemiries.
- 3 dL. santen.
Bereiding:
- De eieren 10 min. koken, met koud water afspoelen, pellen en ieder ei in vieren snijden.
- De gesneden spaansche peper fijnwrijven met zout, kemiries, laos, gesneden sjalotjes en knoflook, en even opbraden in de warme olie.
- Assem-water, goela djawa en salam-blaren toevoegen en 5 min. zachtjes laten koken, daarna de santen toevoegen en alles onder goed roeren tot een dik sausje in laten koken en dit over de gesneden eieren schenken.
- Het sausje kan ook geschonken worden over gesneden omelet of spiegelei en heet dan:
- Sambal goreng dadar resp.
- Sambal goreng mata sapi.
Sambal goreng boontjes.
Ingrediënten:
- 250 gr. prinsessen- of snijboonen
- 1 eetlepel assem-water.
- ½ spaansche peper.
- 2 sereh-blaadjes.
- 2 theelepels zout.
- 2 theelepels goela djawa.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 3 eetlepels olie.
- 2 knoflookpartjes.
- 3 dL. santen.
- 1 theelepel laos.
Bereiding:
- De boonen wasschen, afhalen en klein snijden.
- De gesneden spaansche peper fijnwrijven met zout, laos, gesneden sjalotjes en knoflook, en even opbraden in de warme olie.
- Assem-water, goela djawa, sereh-blaren en gesneden boontjes toevoegen en 15 min. laten smoren. (Zoo noodig iets water toevoegen.)
- Daarna de santen toevoegen en alles onder goed roeren gaar laten worden. Zoo noodig daarna iets inkoken.
Sambal goreng daging (vleesch).
Ingrediënten:
- 200 gr. rund- of kalfsvleesch.
- 1 theelepel laos.
- 1 spaansche peper.
- 2 salam-blaren.
- 2 theelepels zout.
- 1 eetlepel assem-water.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 2 theelepels goela djawa.
- 2 knoflookpartjes.
- 3 eetlepels olie.
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper fijn wrijven met zout, laos, gesneden sjalotjes en knoflook, en even opbraden in de warme olie.
- Assem-water, goela djawa, salam-blaren en het in dobbelsteentjes gesneden vleesch toevoegen en bruin en gaar braden.
- Desgewenscht met iets water of santen een sausje erbij maken.
Sambal goreng oedang basa (versche garnalen).
Ingrediënten:
- 150 gr. garnalen.
- 1 eetlepel assem-water.
- ½ spaansche peper.
- 2 theelepels goela djawa.
- 1 theelepel zout.
- 2 kemiries.
- 2 middelgroote sjalotjes.
- 2 salam-blaren.
- 1 knoflookpartje.
- 3 eetlepels olie.
- 1 theelepel laos.
- 3 dL. santen.
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper fijn wrijven met zout, laos, kemiries, gesneden sjalotjes en knoflook, en even opbraden in de warme olie.
- Assemwater, goela djawa, salam-blaren toevoegen en 5 min. zachtjes laten koken.
- Gewasschen garnalen en santen toevoegen en onder goed roeren tot een gebonden sausje laten koken.
Sambal goreng ikan (visch).
Ingrediënten:
- 250 gr. gekookte visch.
- 1 eetlepel assem-water.
- 1 spaansche peper.
- 1 theelepel goela djawa.
- 2 theelepels zout.
- 3 eetlepels olie.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 2 salam-blaren.
- 2 knoflookpartjes.
- ½ eetlepel ketjap of soja.
- 2 theelepels laos.
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper fijn wrijven met zout, laos, fijn gesneden sjalotjes en knoflook, en even opbraden in de warme olie.
- Assem-water, goela djawa en salam-blaren toevoegen en zachtjes laten koken tot een gebonden sausje.
- De stukjes visch hierin warmen. Desgewenscht wat ketjap of iets water toevoegen.
Sambal goreng tomaté.
Ingrediënten:
- 300 gr. tomaten (ongeveer 5 groote)
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 1 spaansche peper.
- 2 dL. santen.
- 2 theelepels zout.
- 2 eetlepels olie.
- 1 theelepel laos.
- (50 gr- garnalen).
Bereiding:
- De tomaten met kokend water overgieten en de velletjes eraf trekken.
- De tomaten in plakjes snijden en bestrooien met wat peper en zout.
- De gesneden spaansche peper fijnwrijven met zout, laos en gesneden sjalotjes en even opbraden in de warme olie.
- Santen en de tomaten toevoegen en gaar laten koken. Desgewenscht wat garnalen meekoken.
Sambal goreng ebbi (gedroogde garnalen).
Ingrediënten:
- 50 gr. ebbi.
- 1 spaansche peper,
- x theelepel zout.
- 1 middelgroot sjalotje.
- 2 theelepels goela djawa.
- 1 eetlepel assem-water.
- 2 eetlepels geraspte cocosnoot.
- 3 eetlepels olie.
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper fijn wrijven met zout, gesneden sjalotje, ebbi, cocosnoot, goela djawa en assem-water toevoegen en alles heel fijn wrijven.
- In de olie opbraden tot de massa droog en knappend is.
Sambal goreng ikan terie.
Ingrediënten:
- 50 gr. ikan terie.
- 2 theelepels goela djawa.
- 1 spaansche peper.
- 1 eetlepel assem-water,
- 1 theelepel zout.
- 3 eetlepels olie.
- 1 middelgroot sjalotje.
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper fijn wrijven met zout en gesneden sjalotje, en opbraden in de warme olie.
- Assem-water en goela djawa toevoegen en de geweekte en gesneden ikan terie mee gaar braden.
Sambal goreng tempeh.
Ingrediënten:
- 50 gr. tempeh.
- 2 theelepels laos.
- 1 spaansche peper.
- 1 eetlepel assem-water.
- 2 theelepels zout.
- 1 theelepel goela djawa.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 3 eetlepels olie.
- 3 knoflookpartjes.
Bereiding:
- De tempeh klein snijden (oude tempeh eerst weeken), opbraden in de olie tot een lichtbruine kleur.
- De gesneden spaansche peper met zout, gesneden sjalotjes, knoflook en laos fijnwrijven en opbraden met de tempeh.
- Assem-water en goela djawa toevoegen en alles samen zachtjes laten gaar worden.
Sambal godok.
Ingrediënten:
- 300 gr. groenten (kool, peulen of snijboonen).
- 2 theelepels zout.
- 2 theelepels laos.
- 2 dL. santen.
- 50 gr- garnalen.
- 1 spaansche peper.
- 1 kleine gedroogde of gerookte visch.
- 2 groene spaansche pepers.
- 3 eetlepels olie.
- 4 middelgroote sjalotjes.
Bereiding:
- De groenten wasschen en klein snijden.
- De santen met het zout onder goed roeren aan de kook brengen, zeer fijn gesneden spaansche pepers, sjalotjes en knoflook, laos, groenten en gesneden visch (zoo noodig eerst geweekt) toevoegen en alles samen gaar koken.
- Het laatst de garnalen toevoegen en zoo noodig de saus iets in laten koken.
Sambal saté.
Ingrediënten:
- 1 spaansche peper.
- 2 theelepels zout.
- 75 gr- pinda's of tempeh.
- 1 theelepel kentjoor.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 2 theelepels goela djawa.
- 2 knoflookpartjes.
- 2 dL. santen.
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper met zout, gesneden tempeh of pinda's, gesneden sjalotjes, knoflook, kentjoor en goela djawa heel fijn wrijven, vermengen met de santen en opkoken tot alles gaar is.
- Zoo noodig iets in laten koken.
Sambal deng-deng. - Dunne plakjes gedroogd, gekruid rundvleesch.
Ingrediënten:
- 100 gr. deng-deng.
- 2 theelepels kentjoor.
- 1 spaansche peper.
- 2 djeroek-poeroet-blaren.
- 1 theelepel zout.
- 1½ dL. santen.
- 2 knoflookpartjes.
Bereiding:
- De deng - deng roosteren, op een rooster of aan een vork boven het vuur of in de oven (als de deng-deng erg droog is eerst in wat assem-water weeken), daarna in reepjes scheuren.
- De gesneden spaansche peper fijnwrijven met zout, gesneden knoflook en kentjoor en met de santen, djeroek-poeroetblaren en reepjes deng-deng opkoken tot een gebonden sausje.
Sambal taotjo.
Ingrediënten:
- 3 eetlepels taotjo.
- 1 spaansche peper.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 2 knoflookpartjes.
- 1 theelepel laos.
- 1 eetlepel ketjap of soja.
- 1 eetlepel assem-water.
- 2 eetlepels olie.
Bereiding:
- Spaansche peper, sjalotjes en knoflook heel fijn snijden; vermengen met de taotjo, laos, ketjap en assem-water en alles in de warme olie opbraden tot het gaar is.
Sambal ikan merah (roode vischjes).
Ingrediënten:
- ± 12 roode vischjes.
- 2 eetlepels assem-water.
- ¼dL. santen.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 2 knoflookpartjes.
- ½ spaansche peper.
- 1 theelepel laos.
- ½ theelepel gemberwortel.
- 2 sereh-blaren.
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper met gesneden sjalotjes en knoflook, laos en gember fijnwrijven en opkoken met de santen.
- Assem-water, sereh-blaren en de vischjes (al of niet fijngemaakt) toevoegen en koken tot een dik papje.
Sambal lobak (ramenas).
Ingrediënten:
- 1 ramenas.
- 5 kemiries.
- 1 spaansche peper.
- 1 eetlepel assem-water.
- 2 theelepels zout.
- 2 dL. santen.
Bereiding:
- De ramenas schillen, in dunne plakjes snijden, bestrooien met zout en 1 uur laten staan; daarna uit laten lekken op een zeef of vergiet.
- De spaansche peper met zout en kemirie fijnwrijven, vermengen met assem-water en santen en onder heel goed roeren opkoken, koud laten worden en over de plakjes ramenas schenken die op een schaaltje gelegd zijn.
Sambal komkommer, of lalap.
Ingrediënten:
- 1 komkommer.
- 2 kemiries.
- 3 sjalotjes.
- 1 dL. azijn.
- 2 theelepels zout.
Bereiding:
- De komkommer schillen, de bittere punten eraf snijden, overlangs in vieren snijden, de zaadjes verwijderen, en de komkommer in kleine stukjes of aan dunne schijfjes snijden.
- De gesneden sjalotjes met de kemiries fijnwrijven, met de azijn en het zout vermengen tot een sausje en dit over de gesneden komkommer schenken.
Seroendeng.
Ingrediënten:
- 1/3 geraspte cocosnoot.
- 2 theelepels zout.
- 3 middelgroote sjalotjes.
- 2 theelepels goela djawa.
- 2 knoflookpartjes.
- 1 eetlepel assem-water.
- 2 theelepels laos.
- 3 salam-blaren.
- 2 theelepels ketoembar.
- 2 djeroek-poeroet-blaren.
- 1 theelepel djienten
- 50 gr. pinda's of maïskorrels.
- 3 eetlepels olie.
Bereiding:
- De fijn gesneden sjalotjes en knoflook in de olie langzaam gaar maar niet bruin bakken.
- De geraspte cocosnoot en de overige bestanddeelen (behalve assem-water) toevoegen en langzaam onder voortdurend roeren lichtbruin bakken.
- Assem-water toevoegen, verder bakken totdat alles bruin en knappend is en op het laatst mengen met de in olie opgebakken maïskorrels of pinda's.
- Als de blaren verwijderd zijn kan dit gerecht, goed aangestampt in een potje, bewaard worden. Vó ó r het gebruik even knappend bakken.
Poja.
Ingrediënten:
- 1/3 geraspte cocosnoot.
- 2 theelepels zout.
- 1 spaansche peper.
- 2 djeroek-poeroet-blaren.
- 2 knoflookpartjes.
- 3 eetlepels olie.
- 2 theelepels laos.
- ( ½ theelepel trassie.)
Bereiding:
- De geraspte cocosnoot met de heel fijn gesnipperde knoflook (trassie), spaansche peper, laos, djeroek-poeroet-blaren goed vermengen en in de olie langzaam bruin en knappend bakken.
Babi merah.
Ingrediënten:
- 250 gr. varkensvleesch.
- 2 theelepels zout.
- 4 middelgroote sjalotjes.
- 3 spaansche pepers.
- 2 knoflookpartjes.
- 1 eetlepel assem-water.
- 1 theelepel laos.
- 2 theelepels goela djawa.
- 2 eetlepels olie.
- 1 dL. santen.
Bereiding:
- De gesneden spaansche pepers fijn wrijven met zout, laos, gesnipperde sjalotjes en knoflook, en opbraden in de warme olie.
- Het in dobbelsteentjes gesneden vleesch meebraden en bruin laten worden.
- Assem-water en goela djawa toevoegen en alles samen zachtjes gaar laten worden.
- Desgewenscht op het laatst santen meekoken, onder goed roeren.
Boemboe roedjak (van vleesch).
Ingrediënten:
- 250 gr. rund- of kalfsvleesch.
- 2 salam-blaren.
- 3 spaansche pepers.
- 2 theelepels zout.
- 5 middelgroote sjalotjes.
- 2 knoflookpartjes.
- ½ theelepel trassie)
- ½ dL. assem-water.
- 25 gr. goela djawa.
- 3 eetlepels olie.
- 1 dL. santen.
Bereiding:
- Het vleesch zouten, in dobbel steentjes snijden en boven het vuur of in de oven roosteren.
- De gesneden spaansche peper met zout, gesneden sjalotjes en knoflook (en trassie) fijnwrijven en opbraden in de warme olie.
- Het vleesch toevoegen met assem-water, salam-blaren en goela djawa en zachtjes gaar laten worden. Desgewenscht wat santen toevoegen.
Boemboe tjiet.
Ingrediënten:
- 1 spaansche peper.
- 250 gr. mager varkensvleesch.
- 2 theelepels zout.
- 1 eetlepel ketjap of soja.
- 2 knoflookpartjes.
- 2 theelepels citroensap.
- 2 kemiries.
- 2 eetlepels olie.
Bereiding:
- De gesneden spaansche peper fijn wrijven met zout, kemiries en gesneden knoflook, en opbraden in de warme olie.
- Het aan dobbelsteentjes gesneden vleesch toevoegen en bruin braden, ketjap en zoo noodig iets water toevoegen en alles zachtjes gaar laten koken.
Bewaren van sambal.
- De volgende sambals kunnen in groote hoeveelheden gemaakt worden.
- Zij worden bewaard in glazen potjes die eerst afgewasschen worden in sodawater en nagespoeld met schoon water.
- De potjes kunnen afgesloten worden met een kurk of een stukje papier, de inhoud moet geheel onder de olie staan.
- Deze olie voor het gebruik wegschenken, daar zij vaak ranzig wordt, en steeds weer vervangen door nieuwe olie.
- Mocht ondanks deze voorzorgen de massa toch gaan schimmelen, dan wordt alleen het geschimmelde weggedaan, de rest wordt opgekookt en weer in een schoon fleschje gedaan.
- Van deze sambals kunnen kleine hoeveelheden bij de rijsttafel gegeven worden.
Sambal oelek.
Ingrediënten:
- 6 spaansche pepers.
- 5 eetlepel zout.
Bereiding:
- De spaansche peper fijn wrijven met het zout.
- Deze sambal is zó ó (zonder olie) goed te houden.
Sambal badjak.
Ingrediënten:
- 10 spaansche pepers.
- 1 eetlepel zout.
- 10 kemiries.
- 2 salam-blaren.
- 10 middelgroote sjalotjes.
- 2 djeroek-poeroet-blaren.
- 4 knoflookpartjes.
- 2 sereh-blaren.
- 1 eetlepel laos.
- 2 eetlepels assem-water.
- 4 eetlepels olie.
- 2 theelepels goela djawa.
Bereiding:
- De spaansche pepers, sjalotjes, knoflook, kemiries en laos 2 maal malen door de vleeschmolen.
- Als de massa nog niet fijn genoeg is, deze verder fijnwrijven, opbraden in de warme olie met de overige bestanddeelen tot alles heel goed gaar is en de blaren uit de massa nemen.
Sambal manis.
Ingrediënten:
- 6 spaansche pepers.
- 2 theelepels laos.
- 4 middelgroote sjalotjes.
- ½ eetlepel goela djawa.
- 2 knoflookpartjes.
- (1 eetlepel assem-water).
- ½ eetlepel zout.
- ½ theelepel trassie).
- 3 eetlepels olie.
Bereiding:
- De gesneden spaansche pepers met zout, gesneden sjalotjes, (trassie), knoflook en laos zeer fijn wrijven.
- Opbraden in warme olie, goela djawa (en assem-water) toevoegen en alles langzaam gaar laten worden.
Sambal peteh.
Ingrediënten:
- ± 20 versche of gedroogde petehboonen.
- 2 theelepels zout.
- 3 spaansche pepers.
- 1 theelepel laos.
- 5 middelgroote sjalotjes.
- 3 theelepels goela djawa.
- 2 knoflookpartjes.
- 1 eetlepel assem-water.
- 2 eetlepels olie.
Bereiding:
- ( De gedroogde peteh - boonen één nacht weeken en de velletjes eraf halen.)
- De petehboonen snipperen en 10 min. opkoken in ruim water.
- De gesneden spaansche peper fijnwrijven met zout, laos, gesneden sjalotjes en knoflook en opbraden in de warme olie.
- Assem-water, goela djawa en boonen toevoegen en alles goed gaar laten koken.
Sambal petis. - Vischextract.
Ingrediënten:
- 1 eetpel versche petis.
- 1 theelepel laos.
- 1½ dL. santen.
- ½ theelepel koenjit.
- ½ eetlepel assem.
- 1 theelepel temoe koentji.
- 1 spaansche peper.
- 1 sereh-blaadje.
- 3 sjalotjes.
- 1 salam-blad.
- 1 knoflookpartje.
- 1 djeroek-poeroet-blad.
Bereiding:
- De petis fijn maken met een vork en met santen en assem even opkoken. <;i>De spaansche peper fijnwrijven met de gesneden sjalotjes, het knoflookpartje en de kruiden (behalve de blaren).
- Daarna met de blaren en het petis-papje laten koken tot alles gaar is (10 a 15 min.).
Atjar bawang (uitjeszuur).
Ingrediënten:
- 1 KG. Timor-uitjes.
- 1 eetlepel gemberwortel (aan
- 1 L. azijn. [schijfjes).
- 1½ eetlepel suiker.
- 20 peperkorrels (liefst zwarte).
- 2 spaansche pepers.
- 2 theelepels aluin-poeder.
Bereiding:
- De uitjes schillen, wasschen en 1 uur in zout water leggen (30 gr. zout per L. water).
- Daarna de uitjes op een zeef goed uit laten lekken.
- De azijn koken met de gemberwortel, peperkorrels en spaansche pepers (al of niet gesneden), op het laatst de suiker toevoegen en alles goed af laten koelen.
- De uitjes overdoen in eenige in sodawater gewasschen en met schoon water omgespoelde potjes, aluin-poeder erover strooien en de koude azijn erover gieten.
- De uitjes moeten goed onderstaan, anders nog wat gekookte azijn toevoegen.
Atjar kirai (augurkjeszuur).
Ingrediënten:
- 1 KG. augurkjes (kirai).
- 1 spaansche peper.
- 1 L. azijn.
- 1 eetlepel laos (aan schijfjes).
- 1 eetlepel suiker.
- 50 gr. zout.
Bereiding:
- De augurken goed schoon borstelen en één nacht laten staan met het zout overstrooid, daarna op een vergiet uit laten lekken.
- De azijn met de kruiden koken, suiker toevoegen.
- De augurkjes overdoen in schoone potjes (zie atjar bawang) en de koude azijn erover gieten.
Atjar ketimoen (komkommerzuur).
Ingrediënten:
- 1 KG. komkommer (drie groote)
- ½ eetlepel suiker.
- 50 gr. zout.
- 5 schijfjes gemberwortel.
- 7 dL. azijn.
- 3 schijfjes laos.
- 20 peperkorrels.
- 1 spaansche peper.
Bereiding:
- De komkommersschillen, zooveel van de uiteinden afsnijden dat het niet meer bitter smaakt.
- De komkommers in vieren snijden, de pitten verwijderen en de reepen komkommer in nette stukken snijden.
- Bestrooien met het zout en een paar uur laten staan, daarna uit laten lekken op een zeef en overdoen in schoone potjes (zie atjar bawang).
- De azijn met de kruiden koken, suiker toevoegen en koud laten worden, daarna over de gesneden komkommers schenken.
- De komkommers moeten goed onder de azijn staan, anders nog wat gekookte azijn toevoegen.
Atjar biet.
Ingrediënten:
- 1 KG. bieten.
- 2 eetlepels suiker.
- 50 gr. zout.
- 20 peperkorrels.
- 8 dL. azijn.
Bereiding:
- Het groen van de bieten afdraaien, de bieten wasschen en gaar koken, 1 a 2 uur.
- Af laten koelen in het kooknat, stroopen, in schijfjes of vierkante stukjes snijden van 1 cm. dik, bestrooien met zout en een paar uur laten staan. Daarna uit laten lekken en overdoen in schoone potjes (zie atjar bawang).
- De azijn met de peperkorrels koken, suiker toevoegen en als de azijn koud is, deze over de bieten schenken.
Atjar taugé.
Ingrediënten:
- 1 KG. taugé.
- 50 gr. zout.
- ¾ L. azijn.
- ½ eetlepel suiker.
Bereiding:
- De taugé met kokend water overgieten, bestrooien met het zout en een half uur laten staan, verdere bereiding als atjar biet.
Atjar temoe koentji.
Ingrediënten:
- 1 KG. temoe koentji.
- 1 L. azijn.
- 1 L. water.
- 50 gr. zout.
Bereiding:
- De temoe koentji schillen, het water aan de kook brengen met het zout, hierin de temoe koentji 10 min. koken en één nacht in het zoute water laten staan.
- Daarna eruit nemen, uit laten lekken en verder bereiden als atjar biet.
Atjar tjampoera-doek.
Ingrediënten:
- 500 gr. verschillende groenten.
- 2 theelepels gemberwortel.
- 20 gr. zout.
- 2 theelepels laos.
- 4 sjalotjes.
- 2 theelepels koenjit.
- 2 knoflookpartjes.
- (2 theelepels goela djawa).
- 1 spaansche peper.
- 3 dL. azijn.
- 2 eetlepels olie.
Bereiding:
- De groenten wasschen, klein snijden, met het zout bestrooien en een paar uur laten staan, of opkoken in water met zout.
- Uit laten lekken op een vergiet of drogen in een doek.
- De sjalotjes en knoflook fijnwrijven met de kruiden en de halve spaansche peper en opbraden in de olie zonder bruin worden.
- De azijn toevoegen en 5 min. meekoken.
- Desgewenscht goela-djawa toevoegen, het nat over de groenten schenken en alles overdoen in schoone potjes (zie atjar bawang). Ongeveer na 3 weken te gebruiken.
- Wil men de atjar dadelijk gebruiken, dan de groenten in de saus meekoken tot de smaak goed is doorgedrongen.
- Desgewenscht 2 theelepels mosterd-poeder bij de saus voegen.
Zoetzuur van mangga of komkommer (atjar manis).
Ingrediënten:
- 750 gr. gesneden onrijpe mangga of komkommer.
- ½ L. azijn.
- 5 gr- kruidnagel.
- 375 gr- suiker.
- 5 gr. pijpkaneel.
Bereiding:
- De mangga's of de komkommers schillen en in gelijke stukken snijden. De azijn met suiker, kaneel en kruidnagel aan de kook brengen en hierin de stukken gaar koken.
- De stukken eruit nemen, overdoen in een goed schoone glazen of keulsche pot (zie atjar bawang), de azijn inkoken tot een dunne stroop en koud geworden er overheen schenken.
- Zoo noodig na eenige dagen, als het stroopje weer dunner is geworden, nog eens inkoken.
|